Kerstmis 2018 – Thuis – Einstein – Rotterdam – Hebreeuws – Hoevinudie?

Kerstmis 2018 – Thuis – Einstein – Rotterdam – Hebreeuws – Hoevinudie?

Kerstmis 2018
De mooiste wensen voor Kerst en Jaarwisseling vallen weer bij me binnen: per post, telefoon en mail. De drukte die ik vroeger had, was in die jaren een terecht excuus om mijn dankbare reactie daarop meer in het algemeen en in het openbaar (kerkdiensten!) te geven. Nu heb ik het niet meer zo druk, dus zou ik meer persoonlijk moeten reageren. Maar eerlijk gezegd: ik heb er de energie niet meer voor (leeftijd!). Dus toch maar weer zoals steeds: Gezegend kerstfeest en een nieuwjaarbegin vol positieve verwachting gewenst aan allen die op een of andere manier bij mij horen!
Ik voeg er twee theologische opmerkingen aan toe:
1. Het vieren van Jezus’ geboorte zal wat mij betreft steeds terecht in ere worden gehouden: ik zie hem als de voorbeeldmens die ons blijvend kan inspireren.
2. In tegenstelling tot sommige geestelijke hoogvliegers in de negentiende eeuw die hoogstens het “Christus”ïdee de moeite waard vonden, is men er in de geschiedeniswetenschap van de twintigste eeuw weer van overtuigd geraakt dat er een historische Jezus moet of kan hebben bestaan in het begin van onze jaartelling, waar de vier bekende maar ook de meer onbekende evangelieschrijvers van toen ieder op hun eigen manier na ongeveer veertig jaar op terugkwamen. Er waren rond Johannes de Doper en de Qumran-gemeenschap wel meer mensen die hun landgenoten voorgingen in het verwerken van de Romeinse bezetting en de komende val van Jerusalem. Wel is geen van hen zo diepgaand de geschiedenis ingegaan als deze ‘Gezalfde’.

Waar was je thuis?
Naar aanleiding van de overdracht van mijn tegenwoordige huis (de vroegere pastorie van de Engelbewaarderskerk) aan een stichting -de doelstelling blijft dezelfde- ben ik eens uit mijn geheugen gaan opdiepen waar ik in mijn leven gewoond heb en hoe ik me daar al of niet ‘thuis’ voelde. Misschien dat u, mijn lezers, hierdoor op het idee komt om dat zelf ook eens na te gaan in uw eigen leven. Gelukkig ben ik op een dorp geboren en woonden we in een eigen huis dat nieuw voor ons gebouwd was en aan de bouw waarvan mijn (aanstaande) vader zelf  had meegewerkt. Ik maakte er de oorlog 40-45 mee maar kan niet zeggen dat ik me daardoor ongelukkig heb gevoeld: ik ging graag naar school en naar de kerk en was ook graag thuis of bij mijn vader op het land, bij mijn moeder in de gezinskring of bij familie, buren en vrienden. Maar mijn vader opvolgen: liever niet, wel de pastoor. Mijn tweede thuis was Hageveld. Het seminarie waar toen nog orde en tucht de boventoon voerden. Studeren, zingen en toneelspelen boeiden me, sporten en gehoorzamen niet, maar vooral in de vier hogere klassen voelde ik me thuis en telde ik mee in de klas. Op het groot-seminarie in Warmond heb ik me nooit thuis gevoeld: ik was niet goed in filosofie en de theologie van toen boeide me wel (Rahner, Schillebeeckx, Beemer, Hemelsoet) maar sommige docenten niet en het hele huisgebeuren daar ergerde me als onnatuurlijk en verouderd. Kapelaan in ’t Zand (1963-1965) betekende gezellig huiselijk leven bij pastoor Velzeboer, maar ook het verdragen van diens ouderwetsigheid.
Mede daarom was ik blij toen ik op de VU in Amsterdam mocht gaan studeren om leraar Nederlands op Hageveld te worden. De zestiger jaren!! Ik voelde me op beide plekken prima thuis, maar toen de seminarieschool werd overgedragen aan Heemsteedse jongeren, ging ik zelfstandig wonen op een Schalkwijkse flat (en kort daarna op een pastorie daar) om moderator en docent te zijn op het Dom Helder Camara-college. Een hele opgave in zo’n volkswijk. In 1984 verhuisde ik naar de parochie van Hoorn-Noord, eerst naar de Metselaarsstraat, daarna naar Joh. Poststraat 24 en tenslotte naar mijn huidige woning: J. Poststraat 28. Waar ik nu woon, voel ik me thuis: mensen, muziek en boeken om me heen, een mooie tuin (bijgehouden door mijn broer) en met veel familie, kennissen en oud-parochianen op bereikbare afstand, die me groeten als ik ze tegenkom. Ik heb het getroffen!

Einstein
Van de week was ik in Schagen bij een boeiende presentatie met powerpoint-beelden over de beroemde Albert Einstein. De inleider kwam er eerlijk vooruit dat hij geen inzicht had in de natuurkundige ontdekkingen van deze grote geleerde maar boeide ons met zijn verhaal over de persoonlijkheid en de levensloop van deze geniale mens. Een van Einsteins vondsten was dat alles natuurkundig gezien niet in drie dimensies bestaat maar in vier: hoogte, breedte, diepte en…tijd! Daarbij spelen massa en lichtenergie een grote rol. Einstein was ook theologisch geïnteresseerd: hij hing het godsidee van Spinoza aan (meer deïstisch dan pantheïstisch) en kende de Joodse cultuur van binnen uit. Hij gaf meer om zijn moeder en zijn zus dan om zijn vrouwen en kinderen. Tijdens zijn nadenken over de geheimen van de natuurwetenschap speelde hij soms viool of piano. Hij was sterk anti-militaristisch en in 1940 week hij uit naar de Verenigde Staten (Princeton) waar hij hoogleraar werd. Hij bleef zich ook na de oorlog inzetten voor de Joodse gemeenschap en werd na de dood van Chaim Weizman zelfs gevraagd die op te volgen als president van het moderne Israël. Hij stierf op 18 april 1955. Ik herinner me nog dat zijn overlijden op Hageveld -ik was zeventien jaar en zat in de vierde gymnasiumklas- in de studiezaal plechtig werd afgekondigd zoals dat op 15 maart 1953 was gebeurd in de refter bij de dood van Joseph Stalin. Zijn as werd verstrooid omdat hij niet van persoonsverheerlijking hield en grafverering wilde voorkomen. Wel heeft men zijn hersenen bewaard en onderzocht: de wiskundige kant was aanmerkelijk zwaarder aangelegd dan de alpha-zijde. Zijn gymnasiumrapporten waren behalve in de exacte vakken niet bepaald briljant: hij verklaarde dat uit de saaiheid van de lessen, waarin hij zich verveelde.

Rotterdam
Het wordt tijd dat ik weer eens wat huiselijkheid en stadservaring zoek bij mijn zus in Rotterdam. Ik heb met haar afgesproken dat ik de laatste dagen van het jaar bij haar zal doorbrengen en zie er naar uit. Haar stad is me haast even dierbaar als de mijne. Maar de jaarwisseling breng ik door in Onderdijk, bij mijn andere zus en zwager. Dat doe ik nu al meer dan vijftig jaar en, naar ik meen, zonder onderbreking.

Hebreeuws
Zoals ik u al eerder berichtte, bevallen de lessen Hebreeuws waar ik aan deelneem, mij zeer. Als een ware ontdekking heb ik bijvoorbeeld ervaren dat de bijbelse taal tot op zekere hoogte niet zo scherp het betekenisverschil kent tussen de werkwoordstijden, zodat je die beter de werkwoordsvormen kunt noemen. Het gaat dan daarbij niet zozeer om tijdsaanduiding (verleden, heden, toekomst, onvoltooid, voltooid) zoals bij ons in ons tijdslineair denken, maar meer om de modaliteit (de gevoelswaarde, de manier waarop het gebeurt), niet om het moment waarop. Wij gebruiken dan in de vertaling naar het Nederlands vaak een hulpwerkwoord van modaliteit (moeten, gaan, mogen, willen, kunnen enz.). Maar ‘Elohim bara’ (Genesis 1,1) kan in het Nederlands (en Grieks en Latijn en haast alle westerse talen) niet zonder tijdsaanduiding in de werkwoordsweergave. Welke kies je dan: God schept, God schiep, God gaat of ging scheppen, God zal scheppen, God wil of wilde scheppen, God heeft geschapen enz. Uit je keuze (en die van de vertalers) blijkt welke theologie je aanhangt. Gaat uzelf maar eens na: welke weergave past het best bij úw religieuze opvatting?

Hoevinudie?
Twee van Einstein:
1. Geniale mensen zijn zelden ordelijk, ordelijke mensen zelden geniaal.
2. De tijd bestaat alleen maar omdat anders alles tegelijk zou gebeuren.