Dies Irae – Margriet – Oad – Herfst – Hoevinudie?

Dies Irae – Margriet – Oad – Herfst – Hoevinudie?

Dies Irae en Verdi’s Requiem
Afgelopen zondag mocht ik Verdi’s Requiem bijwonen in hét Concertgebouw. Het was een zonnige, prachtige herfstdag en heel Amsterdam zat op het terras. Niet bepaald een Requiemsfeer, maar het concert was een hoogtepunt. De kritieken waren dan ook zonder uitzondering uiterst lovend, vooral de vrouwelijke solisten en het koor stalen de show. En de dirigent en het orkest waren weer om als Nederlander soupertrots op te zijn. Minutendurende ovatie. Voor mij was het een eigenaardige ervaring dat het Dies Irae, dat in de tegenwoordige katholieke liturgie is afgeschaft vanwege zijn angstaanjagende inhoud, in zo’n concertuitvoering een climax van muzikale ontroering kan zijn door de geestelijke ervaringswereld waarin een componist -en zeker Verdi- het heeft verwerkt. Zo heeft dus elke historische periode in de kunst -hoezeer ook behorend tot het verleden- een eigen kracht en recht op waardering en bewaring. Leve Verdi!

Margriet
Op weg naar Het Concertgebouw kwam ik langs het Museumplein. Daar was iets bijzonders te zien: een stoet van vergrote coverfoto’s van het tijdschrift ‘Margriet’ waar je langs kon lopen in de richting van het Rijksmuseum. Want dat blad bestaat vijfenzeventig jaar en mocht daarom het plein opsieren met deze postersserie die een treffend beeld geeft van de verschillen en overgangen ervan sinds zijn (en mijn!) geboortejaar: 1938. In de NRC van gisteren schreef Frits Abrahams dat ‘Margriet’ voor zijn moeder was en ‘Elsevier’ voor zijn vader. Breien en koken voor Ma, economie en politiek voor Pa. Bij ons thuis was dat ergens ook zo -al kwam Elsevier er als niet-r.k. natuurlijk niet in en al waren wij eerst uiteraard op het katholieke Beatrijs (ontstaan naast het neutrale Libelle) geabonneerd- maar in de loop der jaren emancipeerde mijn moeder met het blad mee, d.w.z. ze bleef breien en koken maar werd steeds meer maatschappelijk en politiek bewust, mede door haar lijfblad “Trouw”. Het is nu tot me doorgedrongen dat de naam ‘Margriet’ dus niet alleen slaat op de bloem, de prinses en mijn Onderdijkse geboortehuis, maar ook op het jubilerende blad.

Oad
Met enige spanning volgen wij hier in huis de berichten over Oad-reizen. Want volgende week gaan we met die reisorganisatie naar de Arena voor de voetbalwedstrijd Nederland-Hongarije en we vroegen ons af of dat heerlijk avondje wel door zou gaan. Maar gelukkig: vanmorgen belde een keurige Oad-medewerker op dat we ons geen zorgen hoefden te maken: de bus staat volgende week vrijdag voor ons klaar bij het Hoornse station. Ik heb hem maar meteen een compliment gegeven: de vakantie met mijn zus naar Denemarken enkele weken geleden werd ook door Oad verzorgd en we waren daar zeer tevreden over. Zegt de telefoneerder als reactie: ‘dank u wel, we hebben volgend jaar ook zo’n welverzorgde reis naar Noorwegen!’ Kijk, zo iemand verdient geen ontslag!

Herfst
Terwijl ik dit schrijf, kijk ik naar buiten en zie ik dat mijn tuin volop geniet van de uitbundige herfstzon. Mijn peren zijn nu volgroeid: die gaan volgende week in de bewaring. De appeltjes blijven hangen: ze zijn prachtig om te zien maar te klein om te consumeren. De hortensia’s hebben al hun donkerrode herfsttooi en de dahlia’s groeien en bloeien nog volop. Ik hoor nogal eens dat ouderen hun huis inwisselen voor een serviceflat omdat de tuin hun een last is geworden. Het is te hopen dat er dan om zo’n flatgebouw veel openbaar groen of een mooi park te vinden is; volgens mij kun je van het verlies van een tuin veel verdrietiger worden dan van het wegvallen van een hond of een kat. Maar, zo zegt de wijze, ieder oordeelt naar zijn eigen affectie.

Hoevinudie? 
Ik had een vreemde droom: ik ging met mijn dochtertje van vijf een weiland in: koeien kijken. Ik had van te voren uitgelegd dat koeien wel op je af komen, maar je niets doen. Schapen vluchten voor je weg, paarden kunnen je een trap geven, maar koeien zijn vriendelijke beesten en vinden het leuk als ze bezoek krijgen. We gingen dus naar een koeienwei waar veel koeien graasden in de late herfstzon. Het waren er wel een paar honderd! Toen we ertussen stonden, sprak het lieve kind de mooiste zin uit de wereldliteratuur, pure poëzie: “Iedereen is hier koe!”.