(On)gelovig? – Oosterhuis – Noorwegen – Pruimen – Hoevinudie?

(On)gelovig? – Oosterhuis – Noorwegen – Pruimen – Hoevinudie?

(On)gelovig?
Ik kan niets meer met deze term. Tenzij ermee bedoeld wordt: ‘(al te) goedgelovig’ of iets dergelijks. In de Hebreeuwse bijbel komen de bij ons veelgebruikte woorden: ‘geloven’, ‘gelovig’ en ‘niet-gelovig’ niet voor. ‘Geloven’ in de zin van ‘aannemen van iets wat niet constateerbaar is’ is afkomstig uit de Griekse (Plato?) denkwereld die zijn weerslag heeft in o.a. de brieven van Paulus en de in het Grieks geschreven evangeliën. Het Hebreeuws doet daar niet aan mee! Het Nieuwe Testament zou moeten worden ‘ontgriekst’ om de scheiding tussen ‘gelovig’ en ‘ongelovig’ te overwinnen. Een meer kritische exegese van het N.T. zou moeten benadrukken dat het Griekse ‘pistis’ beter met ‘vertrouwen’ kan worden vertaald dan met ‘aannemen zonder constateren of ervaren’. De joods-bijbelse denkwereld kent geen abstraherende losmaking van de ervaarbaarheid van de werkelijkheid om ons heen.

Oosterhuis
Vorige keer schreef ik over ‘religieuze ervaring’. Daarover doordenkend vond ik een kort artikel van Huub Oosterhuis in zijn boekje ‘Gaan waar geen weg is’ (Ambo Baarn 1979 blz. 177-189), waarin hij allerlei formuleringen vindt op dit gebied, aan de hand van de gedichten van Hans Andreus. Als u dit boekje ergens op de kop kunt tikken: kopen!

Noorwegen
Volgende week ga ik met mijn zus op vakantie naar Noorwegen. Een groepsreis, een busreis, een rondreis. Alrijd heb ik kort van te voren het gevoel: Waar ben ik aan begonnen, ik zal blij zijn als ik weer terug ben. Maar gelukkig stond er vanmorgen in de krant dat in Noorwegen het aantal autorijders met drank op achter het stuur van heel Europa in verhouding het laagst is. Nu zal onze chauffeur wel een Nederlander zijn, maar bij zijn opleiding zal hij vast wel hebben meegekregen dat je je  -zeker in zijn vak- moet aanpassen aan het land waar je heenreist!

Pruimen
Het is Pruimentijd! We zijn druk aan het plukken. Maar een van onze pruimenbomen mankeert iets: de bladeren zijn enigszins verschrompeld en de pruimen hebben de wonderlijkste vormen waardoor ze gedoemd zijn tot compote te worden verwerkt of helemaal gedumpt. Gelukkig hebben we al een nieuw boompje in de opkweek, want ik ben bang dat ‘die ouwe’ een keer vervangen moet worden. Nou ja, alles (en allen?) heeft zijn tijd.

Hoevinudie?
Deze keer eentje van John O’Mill:
Wie als stotteraar ter wereld komt, wordt vaak een heel goed zanger: als j’éne been wat korter is, is je and’re weer wat langer!